Home  | G.H. Lückens  | Modelleerwerk  | Tekeningen  | Werk divers  | Sitemap  | 

Plaatselijk Nieuws.

Hoorn. De heer George Christiaan Tinkelenberg zal 2 Januari 1913 zijn gouden feest vieren als onderwijzer aan de Tweede Burgerschool voor jongens en meisjes in deze gemeente. Leerling van de Rijksnormaalschool, ook kweekeling bij wijlen den heer De Boer, slaagde hij in Aug. 1862, met nog 2 kweekelingen der R. N. L., de heeren Nottelman en Beemsterboer, voor het onderwijzersexamen en waren zij de eerste leerlingen van deze nieuwe Hoornsche inrichting, die de acte behaalden.

Geboren 26 Aug. 1844, was de hr. Tinkelenberg, toen hij half Aug. het examen aflegde, nog geen 18 jaar. Enkele jaren later slaagde hij voor de hoofdacte.

Bij raadsbesluit van 18 November 1862 werd de heer Tinkelenberg benoemd, tot onderwijzer aan de Tusschenschool in deze gemeente. Deze benoeming ging in 2 Januari 1863. Hoofd der school was toen de heer F. Kroon, die in 1883 overleed en die opgevolgd werd door den hr B. van Albada, overleden in 1910, in wiens plaats werd benoemd de heer K. Tinholt, thans nog hoofd dezer school.

In Mei 1865 werd de heer Tinkelenberg eerste onderwijzer aan genoemde school.

In 1886 werd de Tusschenschool veranderd in de Tweede Burgerschool voor jongens en meisjes, welke naam nog aan die school wordt gegeven. Daar deze school echter dezelfde inrichting is als de voormalige Tusschenschool, is de heer G. C. Tinkelenberg 2 Januari 1913, 50 jaar aan dezelfde inrichting verbonden.

Gedurende dezen tijd is hij als plaatsvervangend hoofd door ziekte en ontstentenis van bovengenoemde hoofden, dikwijls belast geweest met de leiding. Als een groote bijzonderheid kan zeker nog wel worden gemeld, dat de heer Tinkelenberg in al die jaren nimmer verlof heeft gehad wegens ziekte.

Van af 1886 dus gedurende 27 jaar, was de jubilaris ook werkzaam als onderwijzer aan de Herhalings school.

Zoo heeft dan de heer Tinkelenberg vijftig jaren lang de gemeente als ambtenaar gediend. Maar hij deed meer. Wanneer iemand het openbare leven meeleefde, dan was het de heer Tinkelenberg. Zoo was de heer Tinkelenberg medeoprichter van de Rederijkerskamer „WestFrisia" en is hij aan die vereeniging 35 jaar als voorzitter verbonden geweest.

De Vereen. voor Volksvermaken is hij trouw gebleven, ondanks velen haar verlieten 29 jaren lang heeft hij het secretariaat, met de daaraan verbonden omvangrijke werkzaamheden van die vereeniging waargenomen.

Tien jaren lang was hij secretaris der „Wilhelmina-Commissie", 27 jaar was hij secretaris penningmeester van den Brandraad. En ruim de laatste drie jaren is hij de energieke leider van de Tooneelvereeniging „Hofdijk". Met hoevele besturen heeft hij wel op de meest aangename wijze samen gewerkt. Denken we hierbij b.v. aan de H. W. C. Voor hoevelen was hij de vraagbaak, de oplosser in tal van moeilijkheden.

En zoo zal het dan ook voor den heer Tinkelenberg op 2 Januari a.s. niet alleen feest zijn. Meerderen zullen met hem feestvieren, velen zullen trachten hem den 2en Januari 1913 tot een onvergetelijken dag te maken. We hopen, dat velen, zeer velen zullen samenwerken om den 2en Januari a.s. voor den heer Tinkelenberg tot een feestdag te maken, die bij hem, gedurende den rusttijd, die hem wacht de meest aangename herinneringen zal achterlaten.

Deze rust zal voor hem 1 April ingaan, want tegen dien datum wordt door hem ontslag als onderwijzer aangevraagd.

Gelukkig niet om gezondheidsredenen, want daarvoor is de heer Tinkelenberg nog met te veel ijver en lust voor zijn werkkring vervuld. Nog steeds geeft hij zich vol ambitie aan zijn taak en is hij geregeld, zooals hij al die jaren heeft gedaan, om half 9 en om half 2 op school, niettegenstaande de schooltijden om 9 en 2 uur aanvangen.

't Zal dan ook wel een betrekkelijke rust zijn, die de heer Tinkelenberg ingaat. Want al zal hij 1 April ophouden onderwijzer te zijn, de krachtige man zal niet kunnen besluiten voor alles te bedanken. Hij is nog te krachtig om zich volkomen rust te gunnen; het niets-doen zon hem een onmogelijkheid zijn.

Hopen we, dat het den heer Tinkelenberg gegeven zal mogen zijn nog vele jaren te genieten van zijn pensioen, dat hem nog lange jaren zullen overblijven, waarin hij zal kunnen rusten op welverdiende lauweren.